Studio Asperge. Beeld, tekst. muziek.

Zes fotografen bij de SBK
 
Fotografie is overal ter wereld en dus ook in Nederland ongekend populair de laatste jaren. Er worden veel exposities georganiseerd en de fotografie-opleidingen zijn overbezet. Maar er is één ding dat Nederland onderscheidt van het buitenland: Nederlanders kopen bijna nooit foto’s. De Nederlandse houding is: een foto is van een negatief gemaakt en daarvan kun je wel duizend afdrukken maken, daar gaan wij dus niet voor betalen. In bijvoorbeeld ons buurland Duitsland is het heel normaal dat een jongere een originele foto aan de muur heeft, maar de enige soort fotografie die een Nederlandse jongere ooit aan de muur zal hangen is een foto van het muziek- en marketingtrio K3 die uit het hart van het omroepblad is gescheurd.
 
Bij Focus spannen wij ons al jaren in om die mentaliteit te veranderen. De afgelopen maanden hebben we het weer geprobeerd, maar ik kan nu melden dat het is mislukt. Een medewerker van ons is beëdigd fototaxateur, handelaar in fotografie en hij is bovendien expert op het gebied van handelen met voorkennis. In de lagelonenlanden kocht op hij op fotoveilingen historische foto’s voor rond de 1200 euro per stuk die in de toekomst gegarandeerd meer waard zullen worden en wij boden ze goedkoop aan aan onze lezers. Garanties geven lijkt moeilijk, maar in dit geval is het de gemakkelijkste zaak van de wereld want tussen de foto’s bevonden zich de eerste prachtige foto die ooit door een telescoop van de maan werd gemaakt (in een Parijs observatorium), een beeld van het legendarische Schotste duo David Octavius Hill en Robert Adamson dat rond 1850 hoogwaardige beelden maakte van hoogwaardigheidbekleders en zelfs een foto gemaakt in de New Yorkse metro door André Kertész, van wie dit jaar nog een foto op een Amerikaanse veiling verkocht werd voor 40.000 dollar.
 
Al deze foto’s waren gesigneerd en gecertificeerd en dus zelfs gegarandeerde investeringsobjecten. Nu zijn ze nog betaalbaar, maar over een paar jaar gegarandeerd niet meer. We boden ze in ons blad gedurende vijf maanden te koop aan en kregen welgeteld 1 reactie van een dame. Toen wij haar belden bleek dat ze in een psychiatrische inrichting zat wegens koopziekte.
 
Als Amerikanen Nederlands zouden kunnen lezen zouden ze deze foto’s zeker hebben aangeschaft want daar betalen ze op veilingen zelfs grof geld voor stokoude inkjetafdrukken van vorig jaar die binnen tien jaar totaal verbleekt zijn. Daarom weet ik het nu zeker: Nederlanders kun je geen foto’s laten kopen zoals je buitenlanders niet massaal kunt leren fietsen of op de LPF kunt laten stemmen.
 
Maar toch zijn er Nederlanders die wel foto’s kopen, die wel hun nek uitsteken en met vereende krachten zich geweldig blijven inspannen om de artistieke waarde en zelfs de financiÎle waarde van fotografie onder de aandacht te brengen van een groot publiek. Die mensen zijn op dit moment zelfs heel dichtbij, want het zijn de mensen van de SBK! (Als wij allemaal Amerikanen zouden zijn, zou ik er nu zelfs een applaus voor durven vragen.) Ze gooien het te besteden geld niet over de balk en gaan met een scherp oog te werk bij het uitkiezen van fotografie die voor aankoop in aanmerking komt. Zelfs de aankleding van deze tentoonstelling is dik in orde en ook op de catering is niet al teveel bezuinigd. Wel hebben ze een goedkope spreker van een amateur-fotoblad uitgenodigd, maar dat zij ze vergeven.
 
Twee fotografen die hier vertegenwoordigd zijn heb ik ooit geïnterviewd omdat er tekst bij hun portfolio moest komen. De eerste was Jan van IJken die een verbluffende serie had gemaakt over geloofsbeleving in Oost-Europa. De opening van zijn tentoonstelling vond plaats in een kerk gedurende een strenge winter, waarbij aandacht was besteed aan alle details. Zo had Jan de verwarming laten uitzetten, zodat de blauwbekkende gasten alvast goed in de stemming kwamen. Toen de laatste gedegen openings-toespraak bijna niet meer te verstaan was door het geklappertand van de voorste rij gasten, liet hij glaasjes met de Oost-Europese likeur slivovitsj ronddelen onder de prachtige gezangen van een religieus koor uit Letland. Zijn tentoonstelling reisde daarna langs vele kerken in Nederland en ik heb onlangs doorgekregen dat Jan nu bijna niets meer fout kan doen bij het opperwezen, zeker is van een plaats in de hemel en zelfs zonder schuldgevoel mag vloeken.
 
Zijn laatste project gaat over de nieuwe lidstaten van de Europese Unie die op 1 mei zijn toegetreden. Dat thema is de afgelopen tijd door veel fotografen in beeld gebracht, maar Jan had naar mijn mening de beste invalshoek door zijn foto’s uit Oost Europese steden te contrasteren met foto’s die hij in Nederlandse zustersteden had gemaakt. Een goede invalshoek is het halve werk van een goede documentaire serie, dat heeft Jan hiermee laten zien en het lijkt een rode draad in zijn werk.
 
De tweede fotograaf die ik heb gesproken is Rogier Alleblas, die volgens mij een zesde zintuig heeft voor tijdloosheid. Zijn vrienden klagen daar wel eens over en mopperen dat ze met hem nooit eens rustig een potje kunnen biljarten onder het genot van een biertje, omdat hij altijd gewichtige levensvragen aan de orde wil stellen. Zij hebben gelijk en het is jammer, Rogier, maar het levert wel mooie foto’s op. Hoe mooi zijn vallende stillevens zijn, ga ik nu wetenschappelijk en kunsthistorisch verantwoord demonstreren aan de hand van een koekje.
 
(gooi koekje kapot op de grond).
 
Hebben jullie gezien hoe mooi dit koekje was, op het moment dat het de grond raakte en de onderdelen ervan nog net aan elkaar zaten? Natuurlijk niet, maar Rogier heeft het voor jullie vastgelegd. Zijn foto’s zijn symbolisch voor het feit dat je als mens graag iets op het mooiste moment zou willen vasthouden, zoals bijvoorbeeld een liefdesrelatie of het moment dat je favoriete voetbalclub nog voor stond.
 
Rogier refereert ook aan de belangrijkste taak van de fotograaf: de beschouwer iets laten zien wat hij zonder de fotograaf over het hoofd gezien zou hebben. Dat is de reden waarom Focus besloten heeft van zijn werk het boekje ‘Still’ uit te geven. Wij hebben dat heus niet gedaan omdat de vaste boekenprijs in Nederland ons de armslag geeft om af en toe iets moois uit te brengen. Hierbij presenteer ik het boek ‘Still’ van Rogier Alleblas dan ook officieel.
 
De fotografie van Robert Roelofsen laat net als die van Rogier schoonheid zien op plaatsen waar je die niet verwacht. Hij heeft gefotografeerd op een plaats where no photographer has gone before: een doodgewone volkstuin, en laat zelfs een manier van genieten zien die in deze tijd steeds meer verdrongen lijkt te worden. Zo brengt hij het genieten weer terug waar het hoort: tussen de oren en hij leert ons weer hoe prachtig het eigenlijk is dat de zon elke dag weer voor niets opgaat.
 
Ook Daniella Hendricks doordringt ons daarvan met haar overweldigende landschappen. Zij bleef niet dicht bij huis, maar laat ons zien dat fotografen eigenlijk hele goede mensen zijn. Zij zet de natuur met fotografie naar haar hand en laat haar verder met rust. Dat zouden meer mensen moeten doen, want als wij er niet vanaf blijven, wordt de natuur straks één grote volkstuin.
 
Sabine Plamper zou eigenlijk de figuranten bij deze decors kunnen fotograferen, want zij laat ons zien hoe hoogmoedig de mens nog steeds tegen beter weten in kan zijn en zij lijkt met haar stille humor zelfs het concept van de menselijke ernst aan de kaak te stellen. Wist u bijvoorbeeld voor het aanschouwen van haar werk hoe mooi een dweil kan zijn? Ik niet, maar ik maak de vloer thuis niet meer schoon en ben na het zien van haar foto’s ook anders naar de vrouwelijke oksel gaan kijken.
 
Introspectief is het werk van Shirley Barenholtz, want zij gebruikt de fotografie als instrument om dichter bij haar Joods-IsraÎlische identiteit te komen en laat zien dat rechtvaardigheid begint bij de manier waarop wij onze kinderen opvoeden en begeleiden.
 
Bij deze feliciteer ik de SBK met deze aankopen en roep de overige aanwezigen op om lid te worden, de foto’s te lenen en misschien zelfs te kopen van bijvoorbeeld uw kinderbijslag, want elke fotograaf in Nederland heeft ervaring met het afsluiten van schappelijke kredietregelingen en is daartoe bereid.
 
De financiële investeringswaarde is hier dan ook wel degelijk aanwezig, al staat hij bij deze zes fotografen in de schaduw van de investeringswaarde die hun werk heeft voor onze ziel.
 
Hiermee verklaar ik deze tentoonstelling voor geopend.