Studio Asperge. Beeld, tekst. muziek.

Water door de ogen van Amsterdamse fotografen
Openingstoespraak tentoonstelling Fotografenavond 2005 
 
De afgelopen week zijn er veel dingen gebeurd die met deze tentoonstelling te maken hebben. Zo heeft het uit solidariteit met het thema bijna de hele week pijpenstelen geregend en is iemand uit de organisatie ontslagen die voor deze opening alleen flessen Spa blauw wilde inslaan. Nu is alles gelukkig weer in orde en kunnen we genieten van nootjes, drank en fotografie.
 
Water en het leven zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden want al het leven is uit water ontstaan. Vanuit de zee hebben in miljoenen jaren de planten en dieren zich ontwikkeld tot de enorme verscheidenheid die we nu kennen en dat heeft uiteindelijk zelfs geleid tot het ontstaan van de fotografen. Alles wat leeft, of dat nu in de oceaan of in de woestijn is, heeft water nodig om te overleven en een mens zonder water is als kamille zonder thee. Een mens bestaat voor zijn geboorte dan ook voor ongeveer 97% uit water. Daarna begint hij geleidelijk uit te drogen. Als je 30 bent is het percentage water gedaald tot zo'n 70% en daarna daalt het nog verder tot ongeveer 60% op 75-jarige leeftijd.
 
Maar wat heeft dit nu met fotografie te maken? Op de allereerste plaats bestaan fotografen natuurlijk gemiddeld voor 75 procent uit water. Daarnaast is het bijna onmogelijk om als fotograaf nooit een foto van water gemaakt te hebben. Daarom is het dan ook eigenlijk heel vreemd dat sommigen hun foto’s voor deze tentoonstelling zo laat hebben ingeleverd en niet gewoon even hun archief zijn ingedoken, maar het is natuurlijk beter dat de meeste deelnemers speciaal voor deze tentoonstelling iets hebben gemaakt.
 
Nederlanders hebben iets met water, want ze zeggen altijd dat ze hun land op het water veroverd hebben en zijn daar trots op. Niet iedereen heeft overigens altijd geloofd dat Nederlanders hun land op het water veroverd hebben, maar de sceptici werd de mond gesnoerd in het rampjaar 1953.
 
[Met Polygoonstem:]
Toen braken namelijk de dijken door en met donderend geraas gutste het water vanuit het zeegat over de delicate camera’s van de toegesnelde fotografen die in het zweet des aanschijns probeerden het geweld van het wassende water vast te leggen op de gevoelige plaat terwijl de verbouwereerde burgers een goed heenkomen zochten en het vee amechtig verdronk omdat het niet in het bezit was van een geldig zwemdiploma.
 
Na de watersnoodramp is iedereen het er dus over eens dat Nederland op het water veroverd is. Een zekere deskundigheid op het gebied van water kan de Nederlanders dan ook niet ontzegd worden en in ieders jeugd heeft wel een slootje, meertje, rivier, grindgat, ligbad of zee gefigureerd. Dat is ook bij mij het geval. Omdat ik zo’n fan van de elementen ben, hou ik ook van zeilen. Ik kan er alleen geen barst van. Dat blijkt altijd als ik mij in een zestien kwadraat met een groepje vrienden op het Friese Tjeukemeer begeef. Met mij aan het roer word je steeds ingehaald door bejaarde echtparen en het is zelfs een keer gebeurd dat een boot ons inhaalde met daarin alleen een hond en een ouwe schoen. Ik zeilde onze boot eens langs een eilandje en toen ik vijftig meter van de kant langs voer sprong een vent op en hij bleef springen. Hij had zijn vuisten boven zijn hoofd gebald en schreeuwde iets tegen mij. Ik kon het niet verstaan en vroeg een paar keer wat hij zei. Na vijf keer had ik de hele zin te pakken: ‘Je vaart over mijn dobber, klootzak’. Daarover had ik niets gelezen in mijn boekje ‘Snel en goed leren zeilen’. Het is jammer dat niet een van de hier exposerende fotografen daar aanwezig was, want de woede van deze visser was zeer fotogeniek.
 
Nederlanders doen dus van alles met water. Ze schaatsen erop, spuiten er de planten mee nat, houden het tegen met papaplu’s, bouwen er dammen in, zetten het in emmers bovenop de deur als de godsdienstleraar nog moet binnenkomen en gebruiken het om slecht en te duur bier van te brouwen. En nu zijn er dus Nederlanders die het als thema voor een fototentoonstelling hebben uitgekozen.
 
Het is een thema waarvan je je afvraagt hoe komt een mens erop? Als ik het goed begrepen heb, was het een nachtelijke brainstorm die het thema opleverde. Na de laatste ronde opperde iemand het thema vuur, waarna een ander wind zei en na een lange stilte waarin je de hersencellen hoorde kraken kwam iemand met het verlossende thema: water.
 
Als je in deze ruimte om je heen kijkt is het ongelofelijk om te zien op hoeveel verschillende manieren het thema water in beeld gebracht kan worden. Er zijn natte mensen, natte dieren, natte zeeën, natte rivieren, natte wolken, natte kolken en zelfs een droge surfer die zich op een overstroomde landweg keurig aan de verkeersregels houdt.
 
Bij sommige foto’s vraag je je af wat ze met het thema te maken hebben en er zijn ook een paar foto’s die van zeer slechte kwaliteit zijn, sorry dat ik het zeg. Maar zelfs die foto’s beantwoorden aan het thema, want ze zijn in het water gevallen.
 
Op deze tentoonstelling valt dus heel veel te genieten, maar zij heeft ook een educatief doel. Wij kunnen er namelijk door leren wat je allemaal met water kunt doen, maar vooral wat goede fotografen ermee kunnen doen.
 
Hiermee verklaar ik deze tentoonstelling voor geopend.